1. 1
    Bedeutung: lokken
    trekken aanlokken
  1. 2
    Bedeutung: halen
    trekken betrekken
  2. 3
    Bedeutung: migreren
    trekken verhuizen
  3. 4
    Bedeutung: extraheren
    trekken uitrukken uittrekken
  4. 5
    Bedeutung: krijgen
    ontvangen trekken
  1. 6
    Bedeutung: aanlokken
    aantrekken lokken trekken
  2. 7
    Bedeutung: reizen
    rondtrekken trekken toeren
  3. 8
    Bedeutung: dobberen
    dolen dwalen ronddolen rondtrekken
    trekken zwalken zwerven
  4. 9
    Bedeutung: opzetten
    trekken zetten
  5. 10
    Bedeutung: zwerven
    dolen dwalen ronddolen rondtrekken
    trekken zwalken dobberen
  6. 11
    Bedeutung: uittrekken
    trekken uitrukken extraheren
  7. 12
    Bedeutung: betrekken
    trekken halen
  8. 13
    Bedeutung: aantrekken
    trekken lokken
  9. 14
    Bedeutung: dragen
    sjouwen slepen trekken sjorren
  10. 15
    Bedeutung: sjorren
    trekken rukken
  11. 16
    Bedeutung: toeren
    reizen trekken rondtrekken
  12. 17
    Bedeutung: forenzen
    rondtoeren toeren trekken reizen

Fragen und Antworten

Die beliebtesten und damit meist verwendeten Synonyme für "trekken" sind:
  1. trekken
In der rechten Sidebar finden Sie für trekken eine rote Flagge. In dem Menü können Sie für Trekken neue Vorschläge hinzufügen, nicht passende Synonyme für trekken melden oder fehlerhafte Schreibweisen überarbeiten.
Wir haben 53 Synonyme für Wort. Die korrekte Schreibweise ist trekken. Außerdem findest du Wörter die Vor und Nach trekken stehen, Zeitformen und verschiedene Bedeutungen.

weitere Verwendung

  • ähnliches Wort für trekken
  • anderes Wort für trekken
  • Bedeutung von trekken

Synonyme vor und nach trekken

  • treinbestuurder
  • treindeur
  • treinstel
  • treiteraar
  • treiteren
  • treiterij
  • trek
  • trekhaak
  • trekje
  • trekkebekken
  • trekken
  • trekker
  • trekking
  • trekpaard
  • trekpleister
  • trekpop
  • trekschuit
  • trektocht
  • trekveer
  • trekvogel
  • tremmen

beliebte Synonyme

  • aanlokken (lokken)
  • betrekken (halen)
  • verhuizen (migreren)
  • uitrukken (extraheren)
  • uittrekken (extraheren)
  • ontvangen (krijgen)
  • aantrekken (aanlokken)
  • lokken (aanlokken)
  • rondtrekken (reizen)
  • toeren (reizen)