1. 1
    Bedeutung: houden
    uitspreken afsteken
  1. 2
    Bedeutung: uiten
    opperen slaken uitdrukken
    uitspreken zeggen spreken
  2. 3
    Bedeutung: zeggen
    meedelen opmerken uitspreken verklaren
    verkondigen vermelden vertellen spreken
  3. 4
    Bedeutung: uitspreken
    uitspreken vellen
  4. 5
    Bedeutung: verklaren
    verklaren uitspreken
  1. 6
    Bedeutung: bediscussiëren
    bespreken uitpraten uitspreken
  2. 7
    Bedeutung: bekendmaken
    voorlezen uitspreken
  3. 8
    Bedeutung: opzeggen
    uiten verwoorden uitspreken
  4. 9
    Bedeutung: opperen
    slaken spreken uitdrukken
    uitspreken zeggen uiten
  5. 10
    Bedeutung: meedelen
    opmerken spreken uitspreken verklaren
    verkondigen vermelden vertellen zeggen

Fragen und Antworten

Die beliebtesten und damit meist verwendeten Synonyme für "uitspreken" sind:
  1. uitspreken
In der rechten Sidebar finden Sie für uitspreken eine rote Flagge. In dem Menü können Sie für Uitspreken neue Vorschläge hinzufügen, nicht passende Synonyme für uitspreken melden oder fehlerhafte Schreibweisen überarbeiten.
Wir haben 42 Synonyme für Wort. Die korrekte Schreibweise ist uitspreken. Außerdem findest du Wörter die Vor und Nach uitspreken stehen, Zeitformen und verschiedene Bedeutungen.

weitere Verwendung

  • ähnliches Wort für uitspreken
  • anderes Wort für uitspreken
  • Bedeutung von uitspreken

Synonyme vor und nach uitspreken

  • uitsparen
  • uitsparing
  • uitspatten
  • uitspatting
  • uitspattingen
  • uitspitten
  • uitsplitsen
  • uitspoken
  • uitspraak
  • uitspreiden
  • uitspreken
  • uitspringen
  • uitspruiten
  • uitspruitsel
  • uitspugen
  • uitspuwen
  • uitstaan
  • uitstalkast
  • uitstallen
  • uitstalraam
  • uitstapje

beliebte Synonyme

  • afsteken (houden)
  • opperen (uiten)
  • slaken (uiten)
  • uitdrukken (uiten)
  • zeggen (uiten)
  • spreken (uiten)
  • meedelen (zeggen)
  • opmerken (zeggen)
  • verklaren (zeggen)
  • verkondigen (zeggen)