Weg (Nomen)

1

weg (n)

befestigte, Richtung, Verkehr, allgemein, wide path, a way for travel
  • Diedersdorfer Weg 1
  • Diedersdorfer Weg 1
  • 4. DER WEITERE WEG
  • 4. DE WEG VOORUIT
  • Der weitere Weg
  • De weg voorwaarts
2

wandeling (v n)

distance walked
3
Verkehr, a way for travel
4

route (v n)

route for travel over land
5

laantje (n)

Straße
6
Straße
7

straat (n)

a way for travel
8

pad (v n)

route for travel over land

Satzbeispiele & Übersetzungen

Weg- und Geschwindigkeitsmessung
Odometrie
Weg- und Geschwindigkeitsmessung
treinapparatuur voor odometrie
Nur Weg- und Geschwindigkeitsmessung
Alleen Odometrie
Nur Weg- und Geschwindigkeitsmessung
alleen odometrie
Weg- und Geschwindigkeitsmessung Sicherheitsdatenaufzeichnung
gegevensregistratie voor incident onderzoeksdoeleinden
Datenfehler Weg und Geschwindigkeit,
fout in de bewegingsgegevens,
Der weitere Weg
Hoe nu verder?
Unbundling oder Dritter Weg?
Energiekosten omlaag of omhoog?

weg (Nomen)

1

fort (o)

opzij
2

entfernt (o)

afstand
3

abwesend (adj prep v)

being away from a place
4

Weg (n)

a way for travel, algemeen, richting, verkeer, wide path
5

beiseite (o)

opzij
6

weg (o)

opzij
7

Route (n)

a way for travel
8

Straße (n)

a way for travel, verkeer
9

Straßen (n)

a way for travel