DE NL Deutsch Niederländisch Übersetzungen für richtig
richtig (Adjektiv)
1
correct (adj adv int n v)
complying with justice, correct, Addition, Sprache, Wahrheit, allgemein, anständig, free from error, zurecht
- Diese Argumentation ist nicht richtig.
- Deze argumentatie is niet correct.
- Sind diese Informationen richtig?
- Is deze informatie correct?
- ihre Umgebung jederzeit richtig wahrzunehmen.
- op correcte wijze waarnemen van zijn of haar omgeving.
2
gepast (a)
Sprache
sittliches Benehmen
4
Wahrheit
- 1 richtig
- 1 waar
- 1 ja oder richtig
- 1 Ja of waar
- 1 richtig,
- 1 waar
allgemein
allgemein
7
juist (a)
allgemein, Addition, Sprache, Wahrheit, Zweck, anständig, complying with justice, correct, free from error, genau, zurecht
- RICHTIG
- JUIST
- Dies ist nicht richtig.
- Dit is niet juist.
- Ist dies richtig?
- Is dit juist?
8
passend (a)
Zweck
9
Zweck
10
genau
Satzbeispiele & Übersetzungen
vom durchschnittlichen Verbraucher richtig verstanden werden.
door de gemiddelde consument goed begrepen worden.
seine Umgebung richtig wahrzunehmen.
op nauwkeurige wijze waarnemen van zijn of haar omgeving.
Fehlende oder nicht richtig montierte Schutzvorrichtung
Meerdere verwondingen Onvoldoende waarschuwingstekens en -symbolen
sachlich richtig,
nauwkeurig;
die Bezeichnung des Schuldners richtig ist;
de juiste aanduiding van de debiteur;
Dies ist nicht richtig.
Dit is onjuist.
Preise und Anreize richtig gestalten
Juiste prijzen, goede prikkels
Ist dies richtig?
Klopt dit?
Und, welcher Prozentsatz ist richtig?
Dus wat is het cijfer?
Sind diese Berichte richtig?
Zijn bovenstaande berichten waar?
Sind diese Angaben richtig?
Klopt deze informatie?
Ist das richtig?
Klopt dit?
Der Antwort ist offenkundig zu entnehmen, dass die Frage nicht richtig gelesen oder zumindest nicht richtig verstanden wurde.
Uit dit antwoord blijkt duidelijk dat de auteur ervan de gestelde vraag niet, of althans niet goed heeft gelezen.