echt (Adjektiv | Adjektiv)

Kunst, real, authentic
  • In diesem Zusammenhang sind die Bedingungen festzulegen, unter denen die Begleitdokumente als echt gelten.
  • In dat opzicht is het passend vast te stellen onder welke voorwaarden de begeleidende documenten als authentiek worden beschouwd.
  • unverwechselbar, echt und authentisch ist;
  • uniek, echt en authentiek is;
2

origineel (adj)

real, authentic, Kunst
3

echt (adj)

real, authentic, genuine, concurring with a given set of facts, Kunst, Genuine, Biologie
  • Echt positiv
  • terecht positief
  • Echt positiv
  • Terecht positief
  • Echt negativ
  • terecht negatief
4
Kunst
Benehmen, Sorge
6

open (a)

Benehmen
7
Benehmen
8

openlijk (a)

Benehmen
9

rechtuit (a)

Benehmen
10
Benehmen

Satzbeispiele & Übersetzungen

Echt negativ
Terecht negatief

echt (Adjektiv | Adjektiv)

1

original (a)

kunst, real, authentic
2

wahr (a)

vriendschap, verhaal, concurring with a given set of facts
3
vriendschap
4

treu (a)

vriendschap
kunst, authentiek
6

genuin (adj)

real, authentic, kunst
7
kunst, authentiek
8
uitdrukkelijk
9

echt (adj)

real, authentic, kunst, genuine, concurring with a given set of facts, biologie, Genuine
10

wirklich (a)

werkelijk, twijfel, bepaling